Ze vonden het jammer, maar begrepen het wel. Ze zagen dat het mij veel te veel energie kostte om voorzitter te blijven.
Lang heb ik getwijfeld of ik het zou doen: voorzitter worden van enABLE NL, het Shell personeelsnetwerk voor mensen met een beperking. Zou ik het nu wel kunnen? Als student was ik voorzitter van een studievereniging geweest en dat was geen onverdeeld genoegen. Alles wat we toen nieuw bedachten en gezamenlijk organiseerden was weliswaar een succes, maar ik had toch vaak het gevoel achter de feiten aan te lopen. “Some people make things happen, others watch things happen and there are those that wonder: what happened?”. Een zin die ik heb onthouden.
Ik weet gewoon niet goed hoe met anderen samen te werken, taken te verdelen, iemand te stimuleren, contact te onderhouden. Met af en toe pijnlijke gevolgen. Ik vergeet nooit de assistent die na een beoordeling –ik dacht een heel eerlijke- huilend mijn kamer verliet. Nee, leiding geven is niets voor mij.
Wel zag ik dat ons netwerk iemand nodig had die mentale diversiteit bovenaan de agenda zou houden. Velen waren enthousiast. Mijn baas zag het zelfs als ontwikkelingsmogelijkheid.
Een kwestie van beter taken verdelen zei men. Zal best wezen, maar hoe doe je dat eigenlijk. Een kwestie van contacten onderhouden, zei men. Maar ik vroeg vergeefs om een lijst van namen, functie, doel en frequentie. Een kwestie van vergaderingen leiden, zorgen voor een energierijke atmosfeer en in mijn hoofd vormt zich een onweer.
Natuurlijk, ik vond oplossingen, Ik maakte bijvoorbeeld mijn gesprekspartners kwaliteitsbewaker van onze contacten. Dus ik heb veel geleerd, de afgelopen twee jaar. Héél veel. Ook dat ik nog geen goede voorzitter ben en dat het me bakken energie kost. Begrijp me niet verkeerd, ik geloof zeker niet dat leiding geven incompatibel is met autisme. Maar wel bij mij, in ieder geval nu. Eind 2014 hou ik ermee op, maar wie weet, over 5 jaar…
(gepubliceerd in: Engagement met Autisme, Jaargang 41, najaar 2014)